Postmodern brouwen in Nederland

9 november 2014

Dit is een beknopte bewerking van een eerder verschenen Engelstalig artikel van Dutch Beer Pages

BROUWEN: AMBACHT OF KUNSTVORM?

De hedendaagse craft brewer gebruikt zijn creativiteit, ervaring en vakmanschap om iets moois te creëeren. Iets wat beleefd wordt, en de zintuigen prikkelt. Is bierbrouwen daarmee ‘enkel’ vakmanschap? Of beoefent de moderne brouwer een vorm van kunst?

Kunst wordt gezien als: “het uiten van creativiteit en verbeelding, zodanig dat het vooral wordt gewaardeerd om zijn schoonheid of emotionele kracht.” Ambacht is “werk waarbij je iets met je handen maakt, en wat talent vergt”.

Dat maakt een craft brewer zeker meer dan alleen een vakman! Hij wil iets teweegbrengen dat verder gaat dan gewoon het maken van een lekker drankje. Sterker nog, de beweging in de huidige bierwereld lijkt haast postmodernistisch.

POSTMODERN BROUWEN

In het postmodernisme worden oude begrippen als ‘waarheid’ en ‘authenticiteit’ van tafel geveegd. Daarvoor in de plaats is alles mogelijk, en het liefst met een flinke portie ironie. Deze stroming lijkt verdacht veel van toepassing op het grensverleggende bierbrouwen anno 2014.

Allereerst: Geen grenzen tussen stijlen. Stijlen doen er eigenlijk niet meer toe

In de supermarkt staan de bieren netjes op stijl gesorteerd: De Pilseners, Weizens, Blond, Dubbels en Tripels. Zo’n richtlijn is misschien handig voor de consument, maar zeker niet het doel van de brouwer. Want wat heb je nou nog aan stijlen, als je werkt met ingrediënten als hete peper, meloen, komkommer en allerlei kruiden en specerijen? De innovatieve brouwer maakt liever, zonder voorbedachte rade, gewoon een bier dat hij lekker vindt. Daarbij is het ingrediënt belangrijker dan de stijl. En aangezien de markt voor hem de smaken niet bepaalt, staat hem vrij te doen wat hij wil. Aanhangers blijven toch wel volgen.

Tegenwoordig zijn er namelijk meer liefhebbers van specifieke brouwerijen dan van bierstijlen. Elke brouwerij heeft zo zijn fans. Als er in een slijterij bijvoorbeeld bieren van een nieuwe brouwer worden ingeslagen, vliegen ze zo de deur uit. In cafés is dat anders, en vragen mensen vaak nog steeds naar het bekende biertype. En iemand die een witbiertje bestelt, overtuigen van een Farmhouse IPA van Hommeles, vergt wat meer tijd en aandacht.

Ten tweede: Stelt zijn vraagtekens bij ‘hoge’ en ‘lage’ (bier)cultuur

Lange tijd was schilderkunst hoge cultuur, en popmuziek lage cultuur. Totdat Andy Warhol besluit schilderijen van Elvis te produceren. Met het postmodernisme verdwijnt het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur.

Hetzelfde zie je in de wereld van de craft brewers. Een goed voorbeeld van een meer democratische manier van denken over hoge en lage stijlen is het thema Radler van Borefts Festival 2014 bij Brouwerij de Molen. Zelfs dit saaie Pils met citroensiroop kan het uitgangspunt vormen voor het meest gerespecteerde bierfestival van Nederland. En het resultaat mocht er wezen!

Ten derde: Haalt zijn inspiratie uit het verleden, heden en toekomst

Je ziet oude biertypen als Kuit herleven, maar dan als basis voor nieuwe smaken. Omdat onze postmoderne brouwers namelijk niet denken in stijlen, staat de toekomst open voor nog meer experimenten met ingrediënten en methoden. Want denken in stijlen is denken in tradities, en tradities zijn meestal niet de beste motor voor vooruitgang.

Ten Vierde: Bekritiseert het idee van een ‘brouwer(ij)’

Veel brouwers zijn in eerste instantie geïnteresseerd in het ontwikkelen van een recept. Het brouwen komt later wel of laat je doen. Vergelijkbaar met een componist die net een stuk heeft geschreven, en de uitvoering aan een ander overlaat. Wordt het er beter van als hij er zelf bij is? Iemand die klaagt dat een bier niet in de eigen brouwerij gebrouwen is, maakt een onzinnige en achterhaalde opmerking.

DE NIEUWE BROUWERS

Craft brewers maken deel uit van een beweging. Met een gemeenschappelijk doel; het maken van goed bier. Brouwers delen hun kennis onderling, en helpen elkaar maar al te graag.

Onvermijdelijk zullen alleen die Nederlandse brouwerijen overblijven die naast goed bier ook een duidelijke visie hebben. Op dit moment gebeuren er mooie dingen op biergebied. De toekomst ligt open voor de vooruitstrevende brouwer. Het rigide vasthouden aan stijlen is iets van de vorige eeuw. De postmoderne brouwer heeft geleerd van tradities, maar staat met beide benen in de toekomst.