Oersoep, Nijmegen

27 april 2024

Steeds meer jonge ondernemers vestigen zich op verlaten industrieterreinen en grimmige buitenwijken. In panden waarvan gemeentes uiteindelijk bepalen hoe lang zij er mogen blijven. Vaak is dit voor beginners een doelbewuste keuze, want het vinden van een geschikt en goedkoop pand in de stadskern is moeilijk. Zo ook voor Sander Kobes en Kick van Hout van Brouwerij Oersoep. Zij mogen, samen met De Smeltkroes, zeven jaar deel uitmaken van zo’n industriële broedplaats. In de oude Honigfabriek aan de rand van Nijmegen redden ze zich uitstekend.

BROUWERIJ OERSOEP

First Things First! Zo heet het koffiezaakje dat ons aangeraden werd door een vriendelijke baard met schort. Houtmeubelmakers! Ook weer in opkomst. Welriekend hout, zagende machines, robuust meubilair… Wat wil je nog meer? Nou, koffie dus. Eenmaal door het poortje treffen we een walhalla van bedrijvigheid, een dorpje op zich. “I don’t need you to tell me how f*cking good my coffee is”, staat boven de deur van First Things First. Niet alleen de koffie is uitmuntend, maar ook aan het interieur is te zien dat het een serieuze zaak is. Een aangename verrassing. De koffie wordt en publique gemalen, onze quiche is huisgemaakt en het personeel erg bedreven.

Hetzelfde verrassingsgevoel overvalt je wanneer je Brouwerij Oersoep binnenloopt. Ook dit straalt vakmanschap uit. Wat een hoogte! Grote tanks, nog grotere vaten, en een vrolijke Sander Kobes die ons met rubberen laarzen tegemoet wandelt. Hij wijst naar een schuimende tank. “Deze gist heeft het hier erg naar z’n zin”, grijnst hij. “We zijn ermee aan het experimenteren.” Do, de nieuwe aanwinst van Brouwerij Oersoep, komt er even bij staan. Eenmaal terug van Thailand reageerde ze enthousiast op de vacature en werd er gelijk uitgepikt. Nu vormen ze met z’n drieën een goed op elkaar ingespeeld team. “Buiten het poetsen om moet ik namelijk alle andere kutklusjes doen”, grapt Kick bij binnenkomst.

Sander en Kick brouwden eerst in een garagebox, totdat hun oog viel op een idyllisch pompstation. Ze zagen mogelijkheden, startten een crowdfunding campagne en belandden uiteindelijk in de imposante Honigfabriek. Ook gaaf! Sander leidt ons naar vier houten 7000 liter vaten die achterin de fabriekshal naast elkaar staan opgesteld. “Deze foeders hebben we zelf uit Frankrijk gehaald. Om de wilde gisten vrij te laten ademen.” Brouwerij Oersoep is tevens de eerste Nederlandse brouwerij met een koelschip, om nog beter met spontane gisting te kunnen werken.

BROUWEN VOOR HET BUITENLAND

De lijst met bieren van Brouwerij Oersoep is enorm, maar velen zijn helaas niet een tweede keer te verkrijgen. “Wel brouwen we drie vaste bieren”, vertelt Sander. Een Saison/Witbier, een citrus-achtige Saison en de blonde Hopfather. “Daar komen nu vier vaste foederbieren bij, waaronder een lambiek-achtige en een Vlaams Rood.” Niet direct bieren waar Nederland bekend mee is. “Het zure zit niet zo in onze cultuur”, licht Kick toe. “Nederlanders houden meer van zoet.” Sander: “We zitten nu pas met z’n allen aan de IPA. Amerika is veel verder ontwikkeld in smaakbeleving.” Het is dan ook niet gek dat Oersoep veel brouwt voor de buitenlandse markt.

En dat is eigenlijk jammer voor ons land. Oersoep is van een uitzonderlijke klasse, progressief en met oog voor detail. Sander en Kick kijken niet naar wat er al is, maar juist naar wat er mist. “Zo zijn we ook begonnen”, aldus de jongens. “We wilden dingen maken die we niet konden krijgen. Zo waren we hier bijvoorbeeld één van de eersten met een Saison.” Onbegrensd in creativiteit brouwen ze naast excentrieke Saisons een breed scala aan bijzondere biertypen. En meestal laag in alcoholpercentage. Een knap staaltje werk.

DYNAMISCH TERREIN

Er valt een boel moois te ontdekken op dit dynamische terrein. Onder andere restaurant De Meesterproef en Brewpub STOOM. In de Smeltkroes ruik je versgemaakte koekjes en soep, terwijl Mattias Terpstra en Vincent Gerritsen, de jonge brouwers van Katjelam, ons leren over Grätzer-bier. Nog nooit van gehoord. Ook creëren ze eigen bierstijlen door voedsel als uitgangspunt te nemen voor hun recepten. Gewaagd!